Lijst met begrippen accu's, acculaden en electriciteit | A t/m M

Begrippenlijst rond stroom en elektriciteit. Aangeboden door Acculaders.nl.

Zie ook: Veelgestelde vragen & antwoorden over accu's, acculaden, bijbehorende producten en systemen.

Uitleg begrippen stroom en elektriciteit

 

A  |  B  |  C  |  D  |  E  |  F  |  G  |  H  |  I  |  J  |  K  |  L  |  MKlik voor begrippen N t/m Z

 



A


Aarde / aarding

Aarding beschermt tegen elektrocutie. Dreigt er bijvoorbeeld op een slecht geïsoleerd elektrisch toestel een teveel aan elektriciteit te ontstaan? Dan zorgt de aarding ervoor dat deze stroom wordt weggeleid naar de aarde, in plaats van door het lichaam van de gebruiker. Dit voorkomt, kortom, kleine evenals grote, gevaarlijke elektrische schokken.

Dankzij aarding zal de elektrische stroom die uit een defect toestel kan ontsnappen dus wegvloeien; via de aarde. Deze geleiding van elektriciteit met de aarde zet het apparaat of het object spanningsloos in geval van aanraking in riskante omstandigheden.

Bij apparaten, installaties, leidingen zoals in de vochtige omstandigheden en metalen delen die onder stroom kunnen komen te staan, voert de geelgroene elektriciteitsdraad (aarddraad) de overtollige spanning af. Dit verloopt via de aarddraad in de meterkast die uiteindelijk weer in verbinding staat met een koperen aardelektrode buiten in de grond.

 

AC

AC is de afkorting van Alternating Current. Het geeft bij elektriciteit aan dat het wisselstroom of wisselspanning betreft. AC is de soort spanning die uit het vaste stopcontact komt. Het heeft een periodiek wisselende richting. De elektronen verplaatsen zich bij AC namelijk enerzijds van een positieve naar een negatieve pool; in andere woorden van plus naar min. En anderzijds van de negatieve naar de positieve pool; oftewel van min naar plus.

Wisselstroom komt voort uit gelijkstroom: Direct Current (DC). Deze laatste heeft een constante zelfde richting; enkel en alleen van positief naar negatief. Dus van de plus - naar de min pool. Om elektrische apparaten vanuit het stopcontact te kunnen laten functioneren, vindt er eerst een omzetting plaats van DC naar AC. Bij bijvoorbeeld stroomvoorziening via een zonnepaneel vindt deze omzetting plaats via een omvormer.

De meeste elektrische apparaten werken overigens uiteindelijk weer op gelijkstroom. Normaliter zorgt het apparaat of de accu zelf voor deze nieuwe omzetting van AC naar DC.

 

AGM

AGM is de afkorting van Absorbed Glass Mat. In het Nederlands: glasvezelmat. AGM is bekend in de context van accu’s. Het is een soort accu; voor onder andere auto’s, accessoires en energieopslagsystemen. De AGM accu is een loodzuuraccu en bestaat uit loden platen, glasvezelmatten en elektrolyt van water en zwavelzuur. De absorberende glasvezelmatten houden het elektrolyt op hun plaats, zodat er ook géén (of nauwelijks) gassen kunnen ontsnappen en bijvullen van de accu niet nodig is. Meer AGM accu info.

 

Ah

Naast de eenheid ampère is er ook de aanduiding Ampère-uur (Ah). Wat is het verschil? Wanneer wordt de eenheid Ah gebruikt en wat zegt het?

De term ampère-uur is een veelgebruikte in relatie tot accu’s en acculaders. Het geeft de capaciteit van deze producten aan. Hoe groter het getal aan Ah, hoe groter de capaciteit van die accu of lader.

Bij een acculader geeft het de hoeveelheid stroom aan die de lader kan leveren per uur, aan de batterij. Hoe groter de capaciteit (Ah) van de lader, hoe sneller de accu opgeladen is.

De aanduiding ampère-uur (Ah) is zoals gezegd ook gebruikelijk om de capaciteit van de batterij mee aan te geven. Deze specificatie geeft aan hoeveel ampère er per uur uit de accu gehaald kan worden, bijvoorbeeld ten behoeve van de aangesloten auto-apparatuur. Hier geldt feitelijk de berekening ‘ampère x uur’. Dit lichten we toe met het volgende voorbeeld.

Stel, je hebt een accu van 100Ah. Hierbij is 100Ah de uitkomst van de formule ‘ampère (A) x uur’. Dit kan dan bijvoorbeeld de vermenigvuldiging zijn van 10A maal 10 uur. In zo’n geval kan de accu dus gedurende 10 uur een ampèrage afleveren van 10, ofwel 10A per uur. Deze tijdsaanduiding van 10 uur heeft betrekking op de duur van de ontlading van de accu. Bekijk altijd zorgvuldig het aantal uur waarover de producent van de accu de capaciteit berekent. Dit is vanzelfsprekend altijd te vinden bij de specificaties van de betreffende accu.

 

Ampère

Een ampère (A) is de eenheid van elektrische stroom.

Een hoeveelheid van iets moet je kunnen uitdrukken in een eenheid. Bij elektrische stroom is die eenheid: ampère.

Vergelijkbaar is bijvoorbeeld het aanduiden van de mate van gewicht. Dat doe je in gram of in een deel of veelvoud daarvan, zoals milligram of kilogram.

Of neem ‘lengte’: de eenheid daarvan is meter – of in grotere of kleinere mate, zoals centimeter of kilometer.

Een vergelijkbaar voorbeeld is dus de ampère (A) of het ampèrage. Deze eenheid zegt iets over de mate, of grootte of sterkte, van elektrisch geladen stroom.

De aanduiding ampère is vernoemd naar André-Marie Ampère. Hij was een Fransman die, in de achttiende eeuw, het elektromagnetisme onderzocht. Er is namelijk een natuurkundig verband tussen stroom en magnetisme. Heel simpel samengevat zit dat zo: hoe sterker de elektrische stroom in een kabel of draad, hoe sterker het magneetveld eromheen.

Stel, je hebt twee identieke stroomdraden die evenwijdig naast elkaar lopen. Ze zijn oneindig lang en beide zijn aangesloten op dezelfde voedingsbron. En stel, de diameter van beide draden is (hypothetisch) nihil en verdere omgevingsfactoren spelen geen rol. Deze twee stroomdraden trekken elkaar dan vanzelf magnetisch aan. Gebeurt dit met een specifieke kracht, en dit leggen we hierna uit, dan loopt door beide draden 1 ampère.

Bij welke kracht is er een stroomsterkte van 1 ampère? Het antwoord begint bij het fenomeen ‘elektrische lading’. Het is de kracht van de voedingsbron waarop beide draden uit het voorbeeld zijn aangesloten, die deze lading bepaalt. Je drukt deze uit in Coulomb per seconde (C/s). Daarbij is een stroomsterkte van 1A gelijk aan een elektrische lading van 1C/s.

Lees bij de C op deze pagina: Wat betekent Coulomb per seconde (C/s)?

 

Anion

Een anion is een negatief geladen ion. Ionen zijn atomen of moleculen die een elektrische lading hebben gekregen door het verlies of de winst van één of meerdere elektronen. Wint een atoom of molecuul aan elektronen? Dan heeft het méér elektronen dan protonen. Daarmee wordt het negatief geladen en heet het een anion.

Het tegenovergestelde is overigens een kation: als een atoom of molecuul aan elektronen verliest en het daarmee een positieve lading krijgt.

 

Atoom

De allerkleinste bouwstenen van elk chemisch element zijn de atomen. Een atoom bestaat uit een positief geladen kern met daaromheen negatief geladen elektronen. Deze laatste bewegen zich rondom die atoomkern. Elk chemisch element heeft een bepaald atoomnummer, gebaseerd op het betreffende aantal protonen, die samen met neutronen de atoomkern vormen. Protonen en neutronen zijn aan elkaar ‘gelijmd’ via zogeheten gluonen. Van een neutraal atoom is sprake als het evenveel elektronen als protonen heeft.

<< Terug



B


Busbar

Een busbar is een platte metalen strip of holle buis van koper of ander stroomgeleidend materiaal. De busbar geleidt de elektriciteit in een schakelbord, verdeelinstallatie of andere elektrische installatie. Hoe groter de diameter van de busbar, hoe meer stroom er maximaal en veilig doorheen kan. Dit product is vergelijkbaar met een elektriciteitskabel, maar dan gemaakt van hard metaal waardoorheen de elektriciteit zich kan verplaatsen. Busbars worden gebruikt in zowel relatief kleine als in grotere systemen. Bij kleinere systemen is de doorsnede vaak slechts ongeveer een centimeter, en meestal betreft het dan de platte variant. Bij toepassingen waar flinke elektriciteitsstromen door moeten, is meestal sprake van de ronde, holle variant, met diameter die kan oplopen tot wel 15 centimeter.

De busbar vormt vaak een verbindingspunt tussen accu(’s) en omvormer(s), of is – bij kleinere installaties – een centraal punt waarin verschillende DC kabels bij elkaar komen. Een toepassing is ook de zekering busbar. Daarmee zijn meerdere zekeringhouders met elkaar elektrisch te verbinden. In plaats van busbar wordt ook wel gesproken over spanningsrail.

Voorbeelden van busbars zijn modulaire zekering-railsystemen en de modulaire Lynx verdeelsystemen, waaronder de Victron Lynx DC Distributor. Vaak gaat het om losse units die met elkaar verbonden kunnen worden tot een langer railsysteem. Ze zijn bruikbaar voor 12, 24 of 48 V-systemen. Subproducten ervan zijn de Lynx Power of een Lynx distributeur, een Lynx shunt en een verdeler met aansluitmogelijkheden voor meerdere DC-belastingen.

<< Terug

 



C


CCA

CCA staat voor Cold Cranking Amps. Het geeft de capaciteit in startkracht aan. CCA is dan ook een capaciteitsaanduiding voor startaccu’s. Bij een startaccu is Ampère-uur (Ah) namelijk geen toepasselijke indicator, omdat deze slechts korte tijd belast wordt met een hoge stroom. Het CCA getal geeft aan hoeveel ampère de accu in 30 seconden levert bij 0 graden Fahrenheit (-18 graden Celsius) en meer dan 9,6V. Daarmee weet de gebruiker of de startaccu sterk genoeg is voor de bestemde toepassing zoals veelal een voertuig.

 

CEE (stekker)

CEE is een type connector / stekker. Daarmee zijn er ook bijbehorende CEE kabels, snoeren, stekkerdozen en diverse overige, aanverwante CEE accessoires. De CEE stekker is een industriële stekker voor op de bouwplaats, en ook voor op andere buitenlocaties, zoals haven en camping. Daar is doorgaans geen vast stroomnet voorhanden, en daarom nemen CEE stroomkasten, stroompalen en walstroomverbindingen er de energievoorziening over. Van daaruit is er evengoed 230V 50-60Hz stroomspanning en frequentie beschikbaar.

De CEE stekker is meestal blauw. Het heeft aan de ene zijde drie gaten / uitsparingen en aan de andere zijde drie pinnen. Een van de polen is dikker: dat is de aardepin. Meestal is er deze genoemde 3-polige connectie. Daarop staat ook de industriële NEN norm IEC 60309 vermeld. Er bestaat echter ook de 5-polige CEE stekker, bedoeld voor krachtstroom. Verder zijn deze stekkers spatwaterdichtheid, bijvoorbeeld conform de IP44, IP56 of IP63 norm.

Bij gebruik van CEE stroom is nog wel een overbrugging nodig van de CEE stroombron naar de verder gelegen buitentoepassing(en). Ook zal er een verloop nodig zijn; zoals van CEE naar de in Nederland bekende tweepolige Schuko stopcontactstekker.

 

Condensator

Een condensator is een elektrische component om elektrische lading binnen een stroomcircuit tijdelijk op te slaan. Het bestaat uit twee geleidende platen, dicht bij elkaar. De platen zijn gescheiden door een isolerend en dus niet-geleidend materiaal of vacuüm: een diëlektricum.

De opgeslagen stroom bevindt zich aan de ene zijde. Aan de andere zijde bevindt zich een even grote tegengestelde lading. Neemt de lading bij de positieve plaat toe? Dan vloeit er bij de negatieve plaat automatisch een even grote lading weg. Ofwel, per saldo heeft de condensator geen lading. Stroom en weerstand zijn in evenwicht. Daarmee stabiliseert een condensator spanning, en laat het desgewenst wisselspanning door terwijl het gelijkspanning tegenhoudt. Ook bijvoorbeeld het afvlakken van spanningsschommelingen en het afstemmen op specifieke frequenties in trillingskringen, zijn bekende toepassingen.

 

Coulomb

De coulomb, met als symbool de afkorting C, is de eenheid van elektrische lading. De eenheid van 1C staat gelijk aan 1 ampèreseconde, ofwel 1As. In andere woorden, 1 coulomb geeft aan hoeveel elektrische lading van het ene punt p de stroomgeleider naar het andere gaat, gedurende 1 seconde met een stroomsterkte van 1 ampère.

 

<< Terug



D


DC

DC is de afkorting van Direct Current en geeft bij elektriciteit aan het dat gelijkstroom of anders gezegd gelijkspanning betreft. Gelijkstroom is de elektrische stroom met een constante, zelfde richting. De energie verplaatst zich louter van een positieve naar een negatieve pool (van plus naar min). Gelijkstroom gaat dus telkens dezelfde kant op. Dit in tegenstelling tot wisselstroom (AC, Alternate Current) dat beide kanten opgaat.

Om elektrische apparaten vanuit het stopcontact te laten functioneren, vindt er eerst een omzetting plaats van DC naar AC. Bij bijvoorbeeld een stroomvoorziening via solar gaat dat proces als volgt. Allereerst wekken de zonnepanelen gelijkspanning (DC) op, aan de hand van silicium zonnecellen. Gestimuleerd door de energie van het zonlicht bewegen de elektronen zich hierbij richting een zonnecel waar zich op dat moment (nog) minder elektronen bevinden. Vervolgens zorgt een omvormer voor de omzetting van deze gelijkstroom (DC) naar de voor elektrische apparaten bruikbare wisselstroom (AC).

 

Diëlektricum

Een diëlektricum is een elektrisch isolerend materiaal. Het wordt gebruikt om de geleiders in een elektrische condensator van elkaar te scheiden. In een condensator fungeert het diëlektricum als een isolerende laag tussen de positieve en negatieve platen. Dat maakt het mogelijk om elektrische lading op te slaan zonder dat deze direct weer wordt afgevoerd. Een diëlektricum kan bestaan uit bijvoorbeeld lucht, glas, plastic, mica, cellofaan of keramiek.

 

Diode

Een diode als onderdeel van een elektrisch circuit zorgt ervoor dat de elektriciteit (praktisch) maar één richting uit kan. Daarmee is een diode een halfgeleider. Een andere term ervoor is gelijkrichter, aangezien dit onderdeel wisselspanning (AC) omzet in gelijkspanning (DC).

Er zijn veel soorten diodes voor heel uiteenlopende elektronische toepassingen. Diodes hebben altijd een positieve en een negatieve zijde. Eerstgenoemde is de anode. De andere, negatieve zijde van dit polaire elektrische component heet de kathode. Meestal laat de diode alleen stroom door bij een positieve spanning op de anode. Om precies te zijn gebeurt dit vanaf een bepaalde minimum voltage, afhankelijk van het type diode. De stroom loopt dan van de anode naar de kathode. Wil de stroom de andere richting op dan ondervindt deze een elektronische terugslag.

 

Drainlekstroom

Drainlekstroom is ook bekend als standby-stroom of sluipstroom. Het verwijst naar de kleine hoeveelheid elektriciteit die door een elektrisch apparaat stroomt wanneer deze niet actief in gebruik is, maar nog steeds is ingeschakeld of stand-by staat. Interne circuits, displays, afstandsbedieningen of andere componenten gebruiken namelijk zelfs in ruststand nog steeds een minimale hoeveelheid energie.

Drainlekstroom kan cumulatief zijn en kan in de loop van de tijd bijdragen aan onnodig energieverbruik en hogere elektriciteitsrekeningen. Het verminderen van drainlekstroom is mogelijk door het gebruik van energiezuinige apparaten en het uitschakelen van apparaten wanneer ze niet in gebruik zijn. Stekkerblokken met aan/uit-schakelaars om de stroomtoevoer volledig af te sluiten wanneer dat nodig is, kunnen hierbij helpen.

 

<< Terug



E


Elektriciteit

Elektriciteit is de energie die vrijkomt door het bewegen van elektrisch geladen elektronen. Voor het doorlaten van elektrische stroom is een geleider nodig. Metalen zoals zilver, koper en aluminium zijn hiervoor ideaal omdat het materiaal betreft met lage weerstand.

Beweging van de elektronen is zoals gezegd noodzakelijk voor het opwekken van elektriciteit: de elektrische stroom die we aanduiden met ampère (A). Om de elektronen te laten stromen, is er een bepaalde kracht oftewel spanning nodig: het voltage (V). De stroom die dan door de geleider gaat, heeft daarbij een bepaalde weerstand (Ohm, Ω).

Deze drie factoren – stroom, spanning en weerstand – zijn verbonden met elkaar.

Hoe lager de weerstand, hoe meer kracht zijn vrije loop heeft (spanning / bewegende elektronen) en hoe meer stroom er daardoor ontstaat. Omgekeerd geldt dan natuurlijk: hoe hoger de weerstand, hoe minder stroom er ontstaat. Bij een te hoge weerstand is het voor de elektronen niet of nauwelijks mogelijk om zich te verplaatsen, waardoor er géén elektriciteit vrijkomt. In een dergelijk geval, waarin bij een materiaal de geleiding van de stroom niet meer mogelijk is, werkt dat materiaal juist isolerend, zoals bijvoorbeeld hout.

 

Elektronen

Elektronen zijn enorm kleine, negatief geladen deeltjes. Ze maken deel uit van een atoom, samen met de positief geladen kern ervan. Een elektron is dus nog (veel) kleiner dan een atoom. Elektronen verplaatsen zich rond de atoomkern. Behalve onderdeel zijn van een atoom, kan een elektron zich ook vrij in de ruimte bevinden.

Elektronen liggen aan de basis van elektriciteit. Elk elektron is elektrisch geladen, zij het heel licht, en als het beweegt van het ene atoom naar het andere dan komt er energie vrij. Het ontstaan van elektriciteit is dan ook een gevolg van zich verplaatsende elektronen.

 

<< Terug



F

 

Farad

Een farad (F) geeft de capaciteit – hoeveel lading bij een bepaalde spanning – van een condensator aan. Deze is één farad wanneer een lading van één coulomb een potentiaalverschil van één volt veroorzaakt. Anders gezegd: de capaciteit in Farad is de lading in coulomb gedeeld door het potentiaalverschil in volt. De farad is een zeer grote eenheid; daarom zijn er in de praktijk vaak kleinere eenheden van in gebruik. Denk aan de microfarad (µF), nanofarad (nF) en picofarad (pF).

 

Fasedraad & 1- en 3-fasige kabels

Een elektriciteitskabel die vanuit het elektriciteitsnet de (oudere) woning binnenkomt, bestaat doorgaans uit twee draden. Zo’n kabel is 1-fasig. De ene draad is de fasedraad, en de andere is de nuldraad. Dit gaat gepaard met een voltage in de 1-fase groepenkast van 220-230 volt. Dit is namelijk de onderlinge spanning tussen de fasedraad en de nuldraad. Er komt via de 1-fasige kabel 1 x 25/30A aan stroomsterkte het huis binnen.

Andere benamingen voor de nuldraad zijn de ‘aarde’, de ‘neutrale geleider’ en ook de ‘nulleider’. Deze draad leidt van en naar de aarde en staat daarom altijd onder spanning (tenzij natuurlijk de stroom actief is uitgeschakeld). Nooit zomaar aanraken deze nulgeleider dus.

Een elektriciteitsaansluiting met 3-fasen telt, naast de nuldraad, drie fasedraden. Dit komt meestal voor in nieuwere woningen. Deze leveren een groter totaal vermogen, van 3 x 25/30A, en er bestaat de mogelijkheid om er zogeheten krachtstroom mee aan te leggen: 380/400 volt. Wil je weten of je een 1-fasige dan wel 3-fasige aansluiting hebt? Op de elektriciteitsmeter staat in het eerste geval 220/230V, en in het tweede geval dan 3 x 220/230V of 380/400V. Deze laatste biedt dus de mogelijkheid voor het gebruik van krachtstroom. Het hebben of aanleggen van krachtstroom, ofwel een 3-fasige aansluiting, is onder andere noodzakelijk om thuis een elektrische auto te kunnen opladen met een 3-fasige laadpaal.

De fasedraad binnen een 1-fasige aansluiting staat in een aansluitschema aangeduid met de letter L. De drie fasedraden bij een 3-fasige aansluiting staan aangeduid als L1, L2 en L3.

<< Terug



G

 

Geleider

Een geleider is een materiaal dat elektrische stroom goed kan doorlaten vanwege de vrije beweging van elektronen binnenin. Typische geleiders zijn metalen zoals koper, aluminium en zilver, vanwege hun overvloedige vrije elektronen. Naast metalen zijn er ook halfgeleiders zoals silicium en germanium die onder bepaalde omstandigheden eveneens een belangrijke rol spelen bij het efficiënt transporteren van elektriciteit van punt A naar punt B. Geleiders en halfgeleiders spelen een belangrijke rol in elektrische circuits, apparaten en componenten zoals elektronica, transistors, diodes en bijvoorbeeld microchips.

 

Gelijkrichter

Een gelijkrichter schakelt wisselspanning (AC) om naar een gelijkspanning (DC). Bij elektrische stroom zet de gelijkrichter dus ook wisselstroom om naar gelijkstroom.

Een enkelzijdige gelijkrichter bestaat uit één enkele diode. Een dubbelzijdige gelijkrichter bestaat uit minimaal twee dioden. Een diode zorgt ervoor dat de elektriciteit (praktisch) maar één richting uit kan. Bij een positieve spanning op de anode (de positieve zijde van de diode) kan de diode namelijk stroom doorlaten naar de kathode (de negatieve zijde), maar wil de stroom de andere richting op? Dan ondervindt deze een elektronische terugslag.

 

Groepenkast

In de groepenkast vindt de veilige verdeling plaats van elektrische stroom naar de verschillende installaties in een woning of gebouw. De groepenkast bevindt zich doorgaans in de meterkast. Daar komt, via de verdeelkast, de voedingskabel van de stroomleverancier binnen. Via eerst de hoofdzekering(en) en daarna de kWh meter van de netbeheerder, is de groepenkast het volgende element in deze stroomverdelingsreeks. Daartussen bevindt zich (sinds nieuwe installaties vanaf 2005) ook nog een hoofdschakelaar.

Vanuit de groepenkast vervolgt de stroom zijn weg naar de verschillende ‘afdelingen’ in de woning of het pand. Elk verdeelpunt is voorzien van een ‘stop’ ofwel een zekering. De zekering beschermt tegen overbelasting en kortsluiting van installatie en kabels, en daarmee tegen brandgevaar.

Elke groep in de meterkast / groepenkast kan een maximale stroomsterkte (ampère) aan. Bij overschrijding vliegt de betreffende groep (‘stop’) eruit en stopt die stroomtoevoer. Dat zorgt voor een gedeeltelijke stroomstoring, maar tegelijkertijd ook voor veiligheid.

Een groepenkast in huis bestaat verder uit ten minste twee aardlekschakelaars, van 30 milliampère. Per aardlekschakelaar geldt in principe een maximum aantal van vier groepen. Een aardlekschakelaar detecteert eventuele lekstroom naar de aarde, zoals de naam al suggereert. In dat geval schakelt deze de stroomtoevoer van de gehele groepenkast automatisch uit. Ook dat is vanzelfsprekend uit oogpunt van veiligheid: het voorkomt eventuele elektrocutie. De ontstane lekstroom zou anders iemand kunnen treffen, in combinatie met het gebruik van niet-geaarde verbindingen en/of wandcontactdozen.

Een groepenkast voor een reguliere woning of bedrijfspand is gemaakt voor standaard 230V stroom. Het is tot op zekere hoogte mogelijk om de groepenkast aan te passen, bijvoorbeeld naar krachtstroom van 400V.

 

<< Terug



H


Hertz (Hz)

In algemene zin is Hertz (Hz) de eenheid van het aantal trillingen per seconde. De eenheid Hertz in elektriciteit geeft de frequentie aan waarmee stroom van richting wisselt. De wisselstroom in het Europese elektriciteitsnet is 50 Hz (in sommige delen van de wereld 60 Hz). Dat houdt in dat de stroom elke seconde vijftig keer van richting verandert. Grotere, veelgebruikte eenheden zijn KiloHertz (KHz = 1000 Hz) en MegaHertz (MHz = 1.000.000 Hz).

 

Hoofdschakelaar

In de meterkast bevindt zich onder andere de hoofdschakelaar. Meestal is dit een grotere, zwarte knop. Een hoofdschakelaar bij een 1-fasige groepenkast heeft twee polen, een hoofdschakelaar bij een 3-fasige groepenkast beschikt over vier polen. In veel gevallen heeft de schakelaar, uit veiligheidsoogpunt, een klein drempelmechanisme voor gebruik. De hoofdschakelaar is namelijk bedoeld om in één keer alle apparaten uit te schakelen die zijn aangesloten op het betreffende vaste stroomnet. Dat kan, bijvoorbeeld, van toepassing zijn bij onderhoudswerk aan de thuiselektra. Dit spanningsvrij maken voorkomt blootstelling aan het netvoltage, zoals meestal 220-230V – of hoger bij krachtstroom. Met het bedienen van de hoofdschakelaar hoeft u niet alle groepen afzonderlijk uit te schakelen. De hoofdschakelaar kan, bij kortsluiting en brandgevaar, ook zelf in een keer alle groepen uitschakelen, ofwel de gehele elektriciteit in de woning of het pand spanningsvrij maken.

 

Hoogspanning

Hoogspanning bij elektriciteit houdt in de regel in dat de spanning hoger is dan 1000 volt wisselstroom (AC) of 1500 volt gelijkstroom (DC). Dat is beduidend hoger dan de gemiddelde elektriciteitsspanning in het dagelijkse, huishoudelijke leven (230V).

Hoogspanning is nodig om via de grote elektriciteitsnetwerken energie over grote afstanden efficiënt te verplaatsen. Temeer omdat bij het transport via hoogspanningsleidingen energieverlies optreedt. De hoogspanning vermindert de benodigde totale hoeveelheid stroom. Daarnaast wordt hoogspanning gebruikt bij grootindustriële toepassingen.

 

<< Terug



I

 

Impedantie

Impedantie (Z) geeft de algehele elektrische weerstand aan binnen een circuit. Ofwel, in welke mate het circuit de elektrische stroom tegenhoudt. De meeteenheid daarbij is ohm. Bij het meten van de impedantie tellen naast de traditionele weerstand (R) óók de weerstandseffecten van de diverse inductieve en de capacitieve frequenties in het circuit.

De impedantie meet derhalve de werkelijke effectiviteit van stroomcircuits. Dat is cruciaal voor precisienetwerken zoals bijvoorbeeld resonantiecirkels en transmissielijnen.

 

Ion

Ionen zijn atomen of moleculen die een elektrische lading hebben gekregen door het verlies of de winst van één of meerdere elektronen. Verliest een atoom elektronen? Dan wordt het positief geladen en heet het een kation. Wint een atoom aan elektronen? Dan wordt het negatief geladen en heet het een anion. In oplossingen kunnen ionen vrij bewegen en elektrische stroom geleiden. Ionen zijn cruciaal in tal van toepassingen in de chemie, biochemie, elektrochemie en fysica.

 

Isolator

Een isolator, in de context van elektriciteit, beschermt tegen lekstroom.

Er zijn allerlei soorten en toepassingen van isolatoren binnen een elektrisch circuit.

Een voorbeeld is de Galvanische isolator, van toepassing in een maritieme omgeving. Het plaatsen van deze isolator tussen de 230V walstroom aarde en, bijvoorbeeld, een boot, heft spanningsverschillen tussen metalen op. Dit helpt de elektrolytische corrosie van de metalen delen die zich onder water bevinden, tegen te gaan. Dit doet de galvanische isolator voornamelijk met hulp van interne, antiparallel geschakelde dioden. Hierdoor is de doorlaatspanning van de isolator hoger dan het potentiële verschil tussen metalen. Dit voorkomt geleiding en elektrolytische stroom, en daarmee het optreden van de elektrolytische corrosie. Ondertussen laten de dioden bij een hogere foutspanning in het wisselstroomcircuit de stroom wel door, waarna de aardlekschakelaar de stroomkring zal verbreken.

<< Terug


J


Joule – de Wet van Joule

De internationale eenheid voor energie is Joule, met het afgekorte teken J. De Britse natuurkundige James Prescott Joule, uit de negentiende eeuw, is hier ‘verantwoordelijk’ voor. Hij ontdekte de relatie tussen de hoeveelheden warmte en energie, die (in een weerstand) gemeten worden bij een bepaalde elektrische stroom.

Anders gezegd, een elektrische stroom die door een weerstand gaat, resulteert in warmte, en dat meten we in joules. De eenheid joule (1 joule) is daarbij de benodigde hoeveelheid energie om een bepaalde massa te verplaatsen over een afstand van één meter met een kracht van 1 Newton.

Omdat 1 joule enorm weinig is, duidt men de hoeveelheid energie vaker aan in bijvoorbeeld kilojoule (kJ), ofwel duizend joules, of in kilowattuur (kWh). Deze laatste eenheid, kWh, geeft bijvoorbeeld het verbruik van een apparaat aan.

De verhouding tussen 1 joule per tijdseenheid en 1 kWh is als volgt.

1 joule = 1 wattseconde

kWh = J / (3.600 x 1.000)

1 kWh = 3.600.000 J, ofwel 3.600 kJ

Het getal 3.600 in bovenstaande formule betreft het aantal seconden dat in een uur zit. Dit vermenigvuldigen we vervolgens met 1.000 om van watt kilowatt te maken.

Stel, je wilt weten hoeveel kWh een apparaat verbruikt met 90.000 joule aan energie. Conform bovenstaande formule is dat 90.000 / 3.600.000 = 0,025 kWh.

Stel, je hebt een lamp van 60 watt. Hoeveel joule aan elektrische energie verbruikt deze dan per seconde? Aangezien 1 joule gelijkstaat aan 1 wattseconde, is het antwoord dan 60 joule.

 

<< Terug



K


Kathode

Een elektrische cel binnen een apparaat of component met twee elektroden of polen, zoals een eenvoudige batterij, kent een kathode en een anode. Dit zegt iets over de richting van de stroom. De naam Kathode komt uit het Grieks en betekent letterlijk ‘naar beneden’. De kathode is de zijde van de cel waar de elektronen binnenkomen. De kathode wil deze elektronen weer kwijtraken en probeert contact te maken met deeltjes die deze elektronen op weer op willen nemen: die andere zijde is de anode. De kathode kan de positieve zijde zijn of de negatieve, ofwel de plus of de min. Gaat het om een stroombron? Zoals een batterij? Dan is de kathode positief. Gaat het om een stroomverbruiker? Zoals een elektrisch apparaat? Dan is de kathode negatief.

 

Kation

Een kation (‘omlaag’ vanuit het Grieks) is een positief geladen ion. Ionen zijn atomen of moleculen die een elektrische lading hebben gekregen door het verlies of de winst van één of meerdere elektronen. Verliest een atoom of molecuul elektronen? Dan heeft het méér protonen dan elektronen. Daarmee wordt het positief geladen en heet het een kation.

Het tegenovergestelde is overigens een anion: als een atoom of molecuul aan elektronen wint en het daarmee een negatieve lading krijgt.

 

Kilowatt (kW)

1 kW = 1 kilowatt = 1000 watt. De eenheid kilowatt (kW) duidt het vermogen aan van apparatuur zoals bijvoorbeeld een thuisaccu, voor wat betreft de snelheid van energieoverdracht. De specificatie kW is gerelateerd aan de specificatie kWh.

 

Koperdraad

Een koperdraad is een veelgebruikte en veelzijdige geleider in elektrische bedrading en circuits. Het heeft namelijk een uitstekende geleidbaarheid en bovendien lage weerstand, zodat het elektrische stroom efficiënt kan transporteren met minimale verliezen in de vorm van warmte. Bovendien is koper duurzaam, buigzaam en gemakkelijk te bewerken. Daardoor is koperdraad aanwezig in uiteenlopende toepassingen; van huishoudelijke bedrading tot industriële elektrische installaties en elektronische apparaten.

 

Kortsluiting

Een kortsluiting is een elektrische storing waarbij een ongewenste verbinding ontstaat tussen twee of meer geleiders met lage weerstand, resulterend in een abnormaal hoge stroomsterkte. Dit kan gebeuren wanneer de isolatie tussen de geleiders faalt. De elektrische stroom kan dan direct van de ene naar de andere geleider stromen zonder de normale weerstand te ondervinden. Kortsluitingen kunnen leiden tot oververhitting, brand en schade aan elektrische apparaten en circuits. Veelvoorkomende oorzaken zijn beschadigde kabels, losse bedrading, defecte apparaten of fouten in de elektrische installatie.

 

kVAR

kVAR staat voor kilovoltampère reactief. Het is de eenheid van de reactieve vermogenscomponent van een elektrisch circuit. Reactieve stroom heeft betrekking op opgewekte energie die feitelijk niet bruikbaar of niet nuttig is aangezien het niet wordt omgezet in beweging of warmte. Spanning en stroom zijn dan niet in fase met elkaar.

 

kWh

Een kilowattuur (kWh) geeft aan hoeveel energie een elektrisch apparaat kan verbruiken binnen een uur. Bij 1 kWh heeft de elektrische apparatuur of installatie een vermogen van 1 kilowatt (1000 watt) gedurende één uur. Deze eenheid wordt ook gebruikt om het daadwerkelijke verbruik aan te geven. Dit kan in combinatie met het aantal kilowatt (kW) van het apparaat: de maat voor het vermogen aan snelheid van energieoverdracht.

Een voorbeeld. Stel, een apparaat heeft een vermogen van 1000 watt. U maakt er gedurende één uur gebruik van. Dan is de totale hoeveelheid verbruikte energie met dat apparaat 1 kWh. Een ander voorbeeld. Stel, een apparaat heeft een vermogen van 500 watt (0,5 kW). En u gebruikt dat apparaat gedurende een kwartier. Dat is de totale hoeveelheid verbruikte energie met dat apparaat 125 watt (0,125 kW). De rekensom hierbij is 500 (watt) keer 0,25 (uur). U verbruikt namelijk een kwart uur lang het wattage van het apparaat.

kWh = het verbruik van het apparaat (in kW) keer de tijd van gebruik daarvan (in uur).

1 kWh staat ook gelijk aan 3.600.000 joule. Zie ook het begrip ‘Joule – de Wet van Joule’.

 

<< Terug


L

 

Laadspanning

De laadspanning is het werkelijke voltage waarmee een apparaat zoals een accu geladen wordt. Zo zal de laadspanning voor een 12V accu liggen op ergens tussen ongeveer 13,6 en 14,8 volt. Bij een 24V accu is de laadspanning van de acculader ongeveer 28,8 volt. Is het laadvoltage te laag of te hoog? Dan zal het niet mogelijk zijn om de accu goed op te laden.

 

Laadstroom

De laadstroom die een acculader kan afgeven duiden we aan in hoeveelheid ampère. De aangesloten accu heeft een minimale laadstroom (A) nodig om in redelijke tijd weer volgeladen te zijn. Er is ook een maximale laadstroom die de accu aankan.

Een minimale laadstroom voor een accu kan bijvoorbeeld 15 tot 25 procent van de accucapaciteit zijn (zoals gangbaar is bij de gemiddelde AGM of Gel accu). Is de capaciteit van de accu 200 Ah? Dan zal de laadstroom van de acculader ongeveer 40 A moeten zijn. Immers, 20 procent (tussen 15 en 25 procent in) van 200 Ah = 200 Ah. Overigens, de laadstroom zal bij bijvoorbeeld een auto-accu vaak iets hoger moeten zijn, aangezien de lader niet alleen de accu zelf maar óók aangesloten accessoires zal moeten bijladen.

Een gangbare maximale laadstroom voor een Gel accu is 50 procent, en voor een AGM accu 30 procent. Voor lithium accu’s gelden er doorgaans hogere maximale laadstromen.

 

Lading

De term lading (Q) in de context van stroom duiden we aan met de eenheid C (coulomb).

1 coulomb is de hoeveelheid elektrische lading die van het ene punt op de stroomgeleider naar het andere punt gaat, gedurende 1 seconde met een stroomsterkte van 1 ampère.

Lading is een fundamentele eigenschap van een elektrisch geladen deeltje. Die lading kan positief zijn, zoals bij een proton, of negatief, zoals bij een elektron het geval is. Die eigenschap bepaalt hoe het deeltje reageert in een elektrisch veld. Protonen en elektronen trekken elkaar aan, terwijl deeltjes die onderling dezelfde lading hebben, elkaar afstoten.

 

Lekstroom

Lekstroom treedt op als er bij een elektrische component méér stroom ingaat dan dat er weer uitgaat. Er lekt dan letterlijk stroom weg. Dat is bij elk isolatiemateriaal dat onder spanning staat wel het geval, ook al is dat meestal zeer weinig. Lekstroom zal optreden in onder andere batterijen, isolators, halfgeleiders, transformators, elektrische kabels en bedrading.

Hoe hoger de weerstand van de genoemde, geïsoleerde elektrische componenten, hoe lager de lekstroom. Het voorkomen van lekstroom bij een apparaat gebeurt vooral uit oogpunt van veiligheid. Zou een apparaat en de behuizing ervan niet goed geïsoleerd zijn, dan kan deze namelijk onder stroom komen te staan. Dat zou ook kunnen gebeuren indien bijvoorbeeld het isolerend materiaal beschadigd raakt. Veel moderne apparaten zijn dusdanig veilig gemaakt dat eventuele (te hoge) lekstroom automatisch via de aarde een uitweg zal vinden. Dat zal leiden tot een zogeheten potentiaal verschil, hetgeen de aardlekschakelaar een seintje zal doen geven om uit te schakelen.

 

<< Terug



M

 

MCA

MCA staat voor Marine Cranking Amps. Het geeft het startvermogen aan van een accu in koude, maritieme omstandigheden, uitgedrukt in aantal ampère gedurende dertig seconden. Aan de hand van de hoeveelheid MCA weet de gebruiker of de startaccu sterk genoeg is voor het bestemde vaartuig.

Het meten van de startkracht van scheepsaccu’s gebeurt bij een temperatuur van 0 graden Celsius. In dat opzicht is MCA niet hetzelfde als CCA (Cold Cranking Amps). Weliswaar geeft ook CCA het startvermogen van een startaccu aan, maar dan bij een temperatuur van 0 graden Fahrenheit (-18 graden Celsius). De reden waarom de MCA gebaseerd is op meten bij 0 graden Celsius, is dat die temperatuur relevanter is voor maritieme weeromstandigheden.

 

Meterkast

De meterkast is de technische ruimte waar de nutsvoorzieningen een woning of pand binnenkomen. Denk aan gas en licht/elektriciteit, maar ook aan de aansluitingen van en voor de centrale verwarming/stadsverwarming, internet/glasvezel, kabel, telefoon en het water. In de meterkast bevinden zich doorgaans alle bijbehorende meters, evenals de groepenkast voor de elektriciteit. De meterkast zal verder altijd bestaan uit de benodigde wandcontactdozen, bekabeling, schakelaars enzovoort, om voor de verschillende voorzieningen de verdelingen te maken en de verbindingen te leggen met de rest van de woning of het (bedrijfs)pand.

 

Minpool

De minpool, ook wel negatieve pool genoemd, is een wezenlijk onderdeel van een elektrische bron zoals een batterij of een voedingsbron. In een gelijkstroomcircuit is de minpool het punt waar elektronen, die de negatieve lading dragen, de bron verlaten en door het circuit bewegen naar de positieve pool. Deze stroom van elektronen genereert elektrische energie om apparaten van stroom te voorzien. Bij batterijen staat de minpool aangeduid met een min-teken (-) en/of met de kleur zwart. De pluspool, waar elektronen naartoe stromen, staat aangeduid met een plus-teken (+) en/of met de kleur rood.

 

<< Terug

 

Klik voor begrippen N t/m Z

Lijst met begrippen accu's, acculaden en electriciteit | A t/m M